‘Retail en industrie krabbelen terug; voedselverspilling is te ingewikkeld'

Toine Timmermans van de WUR en Taco Kingma van FNLI gaven tijdens een VNV bijeenkomst hun visie op het voorkomen van voedselverspilling.

‘Retail en industrie krabbelen terug; voedselverspilling is te ingewikkeld'

Toine Timmermans van de WUR & directeur Stichting Samen Tegen Voedselverspilling en Taco Kingma van de FNLI gaven tijdens een bijeenkomst eind vorige maand van de Vereniging Nederlandse Verpakkingskundigen hun visie op duurzaam verpakken van voedsel en het voorkomen van verspilling. ‘De complexiteit van voedselverspilling maakt dat de retail en industrie terugkrabbelen op voorgenomen milieudoelen.’

Europese retailers en fabrikanten hebben zich allemaal gecommitteerd aan de Sustainability Development Goals (SDG) en daarbij ook aan het tegengaan van voedselverspilling. Maar ze krabbelen de afgelopen maanden allemaal terug, met uitzondering van Nederland en nog een paar landen, aldus Toine Timmermans  , directeur van Stichting Samen Tegen Voedselverspilling.  Daarom is er in Europa een discussie om de SDG’s niet meer vrijblijvend maar verplicht te gaan maken, zodat het consequenties geeft als de doelen niet worden gehaald.

 

Ingewikkelde voedselketen

‘In twee maanden tijd is het politieke sentiment gekanteld’, zegt Timmermans. ‘Door stakingen van de boeren en allerlei politieke discussies waarbij de klimaatdiscussie als een linkse hobby wordt weggezet, is het momentum om door te pakken helemaal weg. Daarbij is het opvallend dat de NGO’s, zoals Greenpeace en Milieudefensie, zich niet in de discussie mengen. En dat komt doordat voedselverspilling heel complex is. De voedselketen is ingewikkeld.’
Een van de ingewikkelde zaken is volgens Taco Kingma dat zo’n 40 tot 45 procent van de voedselverspilling bij de consument plaatsvindt. ‘Je kan boos worden op de retailers en fabrikanten, maar op de consumenten helpt dat niet. Het bedrijfsleven zal de verantwoordelijkheid moeten nemen en de consument moet je ontzorgen en begeleiden door bijvoorbeeld goede communicatie.’

Top 20 actie om voedselverspilling tegen te gaan.

Top 20 milieuacties die impact hebben om de CO2-footprint te verlagen.

Voedselverspilling en vega in top drie

De discussie over de realistische en haalbare oplossing voor het klimaatprobleem komt de laatste jaren pas goed op gang, meent Timmermans, terwijl hij een tabel toont met de titel ‘Top 20 high-impact climate actions’.
‘Één derde van het klimaatprobleem is gekoppeld aan het voedselsysteem en het is niet verwonderlijk dat daar de echte oplossingen liggen. Het tegengaan van voedselverspilling en een plantaardig dieet zijn de nummers 1 en 2 met respectievelijk 103 en 102 CO2-equivalent, terwijl zaken die gerelateerd zijn aan verpakkingen onder in de tabel staan. Reductie van plastic 5 CO2-equivalent en papierrecycling 1,4 CO2-equivalent.’
De vraag is dan ook volgens Timmermans; “Waarom weet niemand dit?” Het antwoord is volgens hem dat er geen belangen spelen om voedselverspilling tegen te gaan. ‘Dat is wel het geval bij elektrische auto’s die bijna 10 CO2-equivalent bijdragen, want daar heeft de auto-industrie een belang. Het is zelfs het tegenovergestelde, bij het voorkomen van voedselverspilling zal er minder omzet zijn en dat is niet in het belang van het bedrijfsleven.’

VNV Toine Timmermans over tegengaan van voedselverspilling

Toine Timmermans

Nederland voorop

Nederland bewijst dat de reductie van voedselverspilling mogelijk is. De consument en de retail in Nederland maken al stappen. Maar de uitdaging is dat het wereldwijd op grote schaal gaat plaatsvinden.
De crux bij voedselverspilling zit ook in het landgebruik, meent Timmermans. ‘Bedrijven hoeven minder te produceren en daardoor komt er landbouwgrond beschikbaar. Door de afname van voedselverspilling, kan je dat beschikbaar komende land gebruiken om bossen te kweken of het maken van biomaterialen voor verpakkingen.’

CO2-footprint zit in producten

‘Het terugkrabbelen van de industrie heeft ook te maken met de Richtlijn Corporate Sustainability Reporting (CSRD) die in 2021 werd voorgesteld en dit jaar gaat lopen’, legt Timmermans uit. ‘En waaronder volgens Scope 3 ook emissies vallen van bedrijven die geen eigendom zijn van de deelnemende organisatie zelf. NGO’s gingen daarmee retailers onder druk zetten. Albert Heijn heeft daarop bijvoorbeeld gezegd dat in 2030 haar totale footprint met 45% is verlaagd. Maar ze hadden niet bedacht dat de footprint niet alleen in de operationele zaken zit, maar vooral in de producten die ze verkopen, de Scope 3 emissies. Dat betekent dat als Albert Heijn die doelstelling wil halen, ze minder vlees moet gaan verkopen en dat de voedselverspilling in de hele keten en bij de consument minder moet worden. Deze realiteit begint nu door te dringen.’
Kingma constateert dat de levensmiddelenbranche in Nederland er wel positief in staat. ‘Binnen de FNLI is er geen discussie over de eiwittransitie, maar in Frankrijk of Italië ligt dat anders, daar is nog een hele weg te gaan.’

‘In twee maanden tijd is het politieke sentiment gekanteld’

Onder- of oververpakt

Kingma toont tijdens de VNV-bijeenkomst een tabel waarin te zien is hoe onder- of oververpakken zich verhouden tot de milieu-impact van een verpakt product. De tabel laat zien dat het steeds verder reduceren van verpakkingsmateriaal effect kan hebben op de houdbaarheid van een product.
‘Als je over het kritieke punt gaat, gaat de milieu-impact exponentieel omhoog door voedselverspilling. Het is dus belangrijk dat je een veiligheidsmarge houdt.’
Je moet je goed realiseren dat de milieu-impact van je product vele malen groter is dan die van de verpakking. Dus moet je voorkomen dat de verpakking onder de kritische grens komt, want één derde van de wereldwijde CO2-uitstoot is te relateren aan het voedselsysteem en daarbinnen is de impact van de verpakking gemiddeld slechts 5%. Dat betekent dat 95% van de uitstoot een andere herkomst heeft bijvoorbeeld de productie, verwerking en logistiek.’

Figuur materiaal vs voedselverspilling

THT en TGT

De THT (tenminste houdbaar tot) en TGT (te gebruiken tot) zijn een belangrijke factor in de problematiek rondom voedselverspilling. ‘Sommige producten hebben geen houdbaarheidsdatum nodig’, zegt Kingma. ‘Toch roepen marketeers soms dat de smaak achteruit kan gaan. En dat kan. Daarom houd je binnen bedrijven altijd de discussie over wat is de bacteriologische grens en de smaakgrens.’
‘Maar heel veel belemmeringen op het gebied van houdbaarheid zijn niet nodig. Mijn kinderen bijvoorbeeld gooien een blik bonen weg als die over de houdbaarheidsdatum is, terwijl het nog wel twee jaar goed kan zijn. Het psychologische effect van de houdbaarheidsdatum is groot. Terwijl als je de houdbaarheid van een product met bijvoorbeeld twee weken kan verlengen, neemt de kans dat het product wordt weggegooid flink af.’
‘De vraag is hoe communiceer je dit. Met de TGT-datum zeg je dat het product nog geschikt is voor consumptie tot de vermelde datum. De THT-datum betekent dat de consument kan beoordelen of het product nog goed is of niet. Het probleem is dat de consumenten dat vaak niet goed kunnen. Ze zijn verleerd om hun zintuigen te gebruiken. Daarom zijn er in Nederland proeven gehouden waarbij op de verpakking stond vermeld dat de consument moet proeven en of ruiken om te kijken of het product nog houdbaar is. Dit blijkt goed te werken, maar je moet het onder de aandacht blijven houden en blijven uitleggen wat je doet. De verpakking is daar de drager voor.’

VNV-er Ton Knipscheer interviewt Taco Kingma over voedselverspilling

VNV-er Ton Knipscheer interviewt Taco Kingma over voedselverspilling.

Volgende stap

Vijftien jaar geleden werkte Timmermans mee aan een project waarbij een tag alle informatie van een product bevatte. Het leverde volgens hem een fantastisch resultaat op, alleen had niemand gekeken of het wel juridisch uitvoerbaar is. Volgens de Nederlandse warenwet is het niet toegestaan, want er moet een geprinte datum op de verpakking staan.
Inmiddels heeft het idee een vervolg gekregen. De wetenschappers vonden een chip in Noorwegen die al goed werkt in de praktijk. Het idee is om daarmee in Nederland de houdbaarheid van vlees en zalm te gaan monitoren.
Timmermans: ‘Na vier jaar testen, hebben we nu van de overheid toestemming gekregen voor een grotere test. Innovatie gaat altijd door, maar het realiseren van nieuwe technieken is lastig.’

Coatings

‘Coatings zijn ook zo’n voorbeeld. In Amerika zijn die toegestaan, maar in Europa is het wettelijk niet toegestaan om coatings aan te brengen op eetbare producten, zoals bijvoorbeeld mango’s of komkommers. In Europa moet je aantonen dat de coating beter is dan de huidige verpakking. Dat lukt niet. En het duurzaamheidsvoordeel telt niet. Daarom zien wij dat innovaties steeds minder in Europa worden toegepast.’
Kingma tot slot: ‘Ik heb bij een zuivelproducent meegemaakt dat er een verpakking werd ontwikkeld die beter te legen was. In eerste instantie werd daar negatief op gereageerd, omdat het bedrijf bang was dat de consument hierdoor minder producten zou gaan kopen. Maar door uit te leggen dat de consument het irritant kan vinden dat hij te veel product weggooit doordat het lastig uit de verpakking is te halen en jij als bedrijf daar een oplossing voor aandraagt, gaat die consument juist meer van jouw product kopen. Dus kom je met een duurdere oplossing die een probleem oplost bij de klant, dan verdien je dat uiteindelijk terug. In verduurzamingen zit vaak een interessante businesscase.’

VNV lezing over voedselverspilling

fotografie Kachung Tsang

Artikel delen