Bij het opzetten van een nieuwe productielijn met hotmelt-lijmapplicatie is het belangrijk dat bedrijven al vanaf de specificatiefase samen met de machinefabrikant letten op de juiste positionering van de spuitkoppen en optimale bedrijfsparameters. Op die manier worden fouten, nabewerkingen en extra kosten voorkomen, stelt Robatech, producent van industrieel lijmapparatuur.
Correct specificeren in plaats van corrigeren
Wanneer pneumatische spuitkoppen worden gebruikt, is een constante en schone persluchttoevoer essentieel voor een betrouwbare werking en een nauwkeurige lijmaanbreng. Om drukverlies te vermijden, dienen er geen meerdere apparaten op de onderhoudsunit te worden aangesloten en moet de druk worden ingesteld op 5 tot 6 bar. Daarnaast verlengt een geïntegreerde olie- en waterafscheider naar eigen zeggen de levensduur van de magneetklep en zorgt voor een optimale werking.
Kies het juiste applicatiemondstuk
Machinefabrikanten passen vaak schuine of meervoudige lijmapplicatiemondstukken toe, vooral om hogere investeringskosten te vermijden. Met een meervoudig mondstuk kunnen bijvoorbeeld twee lijmsporen met slechts één applicatiekop worden aangebracht. Het nadeel is echter dat schuine en meervoudige mondstukken lastig te reinigen zijn en dat nauwkeurige positionering na een wissel veel tijd en geduld kost. Ook leiden ze tot wisselende applicatieresultaten en meer vervuiling rond de applicatiekop. Veel gebruikers stappen daarom later alsnog over op enkelvoudige spuitmonden – een omschakeling die duurder uitvalt dan direct kiezen voor enkele mondstukken en meervoudige applicatiekoppen in de specificatiefase.
Aluminium mondstukbescherming
Een mondstukbescherming zorgt ervoor dat de afstand tussen spuitmond en substraat minimaal blijft, wat essentieel is voor een zuivere applicatie. Bij hotmelt met hoge viscositeit en hoge snelheid is een aluminium bescherming aan te raden. Deze geleidt warmte beter en verbetert de lijm cut-off.
Houd rekening met de juiste applicatieafstand
Machinebouwers ontwerpen installaties doorgaans zo compact mogelijk en benutten elke centimeter. Het is daarom belangrijk dat er al vroeg in het proces rekening mee wordt gehouden dat de applicatiekoppen zo gepositioneerd zijn dat slechts twee tot vijf millimeter afstand tussen spuitmond en substraat resteert. Een te grote afstand bevordert draadvorming en verhoogt de kans op uitval.
Stel pompdruk en temperatuur correct in
Het smeltapparaat transporteert de lijm naar de applicatiekop. Voor een nauwkeurige applicatie moeten pompdruk en verwarmingszones juist ingesteld worden:
- Perslucht in het smeltapparaat: 6 bar
- Pompdruk: 3,0–3,5 bar
- Temperatuur: volgens het lijmgegevensblad
- Verwarmingsslang: 5–10 °C lager dan de kop
- Smeltapparaat: 10–30 °C lager dan de slang
Laat de verwarmingszonetemperaturen in ieder geval door een expert bevestigen. Afhankelijk van de lijmhoeveelheid en de toepassing moet het temperatuurbeheer individueel worden afgestemd.