De PPWR introduceert nieuwe definities voor rollen in de keten, zoals fabrikant, importeur, distributeur en producent. Cruciaal is wie op welk moment verantwoordelijk is voor het registreren van verpakkingen in het nieuwe producentenregister. Dat is doorgaans degene die een verpakking als eerste op de markt brengt. Dat kan een fabrikant zijn, maar ook een distributeur of importeur – afhankelijk van de specifieke situatie. De definitie van producent verschilt per verpakkingsvorm en type gebruik (primair, service, verzendverpakking).
Tijdspad en invoering
De PPWR is op 11 februari 2025 in werking getreden. De meeste bepalingen worden echter pas van toepassing vanaf 12 augustus 2026, na een overgangsperiode van 18 maanden. Vanaf 2027 wordt het verplicht voor producenten om aangifte te doen in een nationaal verpakkingsregister. Nieuw is dat daarbij verpakkingen moeten worden gerapporteerd per verpakkingssoort, uitgesplitst naar gewicht en type materiaal.
Rapportage wordt gedetailleerder
Volgens de regelgeving moet de verpakkingenadministratie worden onderverdeeld in 22 verpakkingssoorten, plus eventuele SUP-verpakkingen. Bedrijven moeten per soort het gewicht opgeven, uitgesplitst naar materiaalsoort en eventueel naar herkomst van het materiaal (bijvoorbeeld post-consumer recyclaat). Een verpakking die uit meerdere onderdelen bestaat – zoals een saladebakje met folie en los verpakt zakje dressing – moet per onderdeel apart geregistreerd worden, inclusief beoordeling van de recycleerbaarheid.
Drempel en vereenvoudiging
De huidige rapportagedrempel van 50.000 kg per jaar komt te vervallen. In plaats daarvan wordt een nieuwe ondergrens ingevoerd van 10.000 kg per jaar. Bedrijven die onder deze drempel blijven, hoeven geen gedetailleerde aangifte te doen per verpakkingssoort, maar volstaan met een overzicht van het totale gewicht van de gebruikte verpakkingsmaterialen.

Impact op hergebruik en SUP
De verpakkingenadministratie moet ook inzicht bieden in herbruikbare verpakkingen en verpakkingen die onder de Single Use Plastics-richtlijn (SUP) vallen. Deze gegevens zijn niet alleen van belang voor Verpact of het producentenregister, maar ook voor toezicht door de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Christiaens wees op het belang van conformiteitsverklaringen, waarin fabrikanten specificeren wat er precies in een verpakking zit. Die informatie is essentieel voor de hele keten.
Digitale systemen in ontwikkeling
Verpact werkt aan de digitalisering van het aangifteproces, waarbij data-uitwisseling eenvoudiger moet worden. Wel is nog veel onduidelijk over de uitvoering van onderdelen, zoals het register voor producenten en de bevoegde autoriteiten die toezicht houden. Verpact sluit niet uit dat het zelf een rol krijgt in de gegevensuitwisseling namens deelnemers, om dubbele administraties te voorkomen.
Meer verpakkingssoorten, meer complexiteit
De PPWR onderscheidt straks 22 hoofdverpakkingssoorten. Gecombineerd met aanvullende verplichtingen uit andere richtlijnen – zoals SUP en hergebruikseisen – komt dat in de praktijk neer op zo’n 130 verschillende verpakkingscategorieën die bedrijven mogelijk moeten registreren. Dat maakt standaardisatie en afstemming met bestaande classificatiesystemen, zoals HS-codes, volgens sommige deelnemers wenselijk.
Oproep tot samenwerking
De sessie eindigde met een oproep aan deelnemers om nu al te starten met de inventarisatie van hun verpakkingen en administratieve processen. Verpact wil brancheorganisaties betrekken bij de verdere uitwerking en overweegt webinars te organiseren om bedrijven te ondersteunen. ‘Laten we samen optrekken om van deze draak van een wet iets werkbaars te maken’, sloot Christiaens af.