Dit zijn de PPWR-doelen voor 2025

PPWR doelen

Dit zijn de PPWR-doelen voor 2025

In 2018 werd de oorspronkelijke richtlijn uit 1994, de Packaging and Packaging Waste Directive die al was aangepast in 2004, opnieuw aangepast. Maar volgens de Europese Commissie werkt de directive niet goed en daarom komt er een nu verordening in de vorm van een voorstel (proposal) voor de Packaging and Packaging Waste Regulation (PPWR). De PPWR volgt de oorspronkelijke PPWD uit 1995 op. Na een eerste publicatie in december 2022 volgden een groot aantal amendementen. De laatste versie is van maart 2024 en die is nu klaar om een wet te gaan worden.

 

Teveel afval, te weinig recycling

De commissie stelde eerder al vast dat er nog te veel verpakkingsmateriaal op de markt wordt gebracht, dat er te weinig wordt gerecycled en dat de kwaliteit van het recyclaat nog te laag is. De conclusie was dat de meer vrijblijvende PPWD uit 1994 niet voldeed. Tijd voor nieuwe, meer dwingende regelging dus. Geen Directive meer, maar een Regulation, door ieder land om te zetten in nationale wetgeving.

Met de nieuw voorgestelde wetgeving krijgen bepaalde marktspelers na te leven en door de nationale overheden te handhaven regels opgelegd.

Er zijn in artikel 46 recyclingdoelen vastgelegd voor 2025 en daarna.

Dit zijn de PPWR-doelen voor 2025:

Artikel 46 : Streefcijfers en stimulansen voor recycling

  1. De lidstaten treffen de maatregelen die nodig zijn om op hun hele grondgebied de volgende streefcijfers voor recycling te halen:

Uiterlijk 31 december 2025 ten minste 65 gewichtsprocent van al het geproduceerde verpakkingsafval;

Uiterlijk 31 december 2025 de volgende minimumgewichtspercentages van de volgende specifieke materialen in het geproduceerde verpakkingsafval:

50 gewichtsprocent van het kunststof;

25 gewichtsprocent van het hout;

70 gewichtsprocent van de ferrometalen;

50 gewichtsprocent van het aluminium;

70 gewichtsprocent van het glas;

75 gewichtsprocent van het papier en karton;

 

Draagtassen

In hoofdstuk V (artikel 29) is bepaald dat lidstaten maatregelen nemen om een duurzame vermindering van het gebruik van lichtgewicht plastic draagtassen te bewerkstelligen. De PPWR gaat er vanuit dat als tegen 31 december 2025 en vervolgens uiterlijk op 31 december van elk jaar daarna jaarlijks maximaal 40 lichtgewicht plastic draagtassen per persoon worden verbruikt, er sprake zal zijn van een duurzame reductie. De lidstaten kunnen zeer lichte plastic draagtassen die nodig zijn voor hygiënedoeleinden of als verkoopverpakking voor losse levensmiddelen worden aangeboden om voedselverspilling te voorkomen, vrijstellen van de verplichting om dat streefcijfer te halen.

Ook bij dit artikel van de PPWR zijn er weer uitzonderingen:

PPWR

PPWR Artikel 29

  1. De lidstaten nemen maatregelen om een duurzame vermindering van het verbruik van lichtgewicht plastic draagtassen op hun grondgebied te bewerkstelligen.

Er wordt aangenomen dat er sprake is van een duurzame reductie als het jaarlijkse verbruik per 31 december 2025, en vervolgens uiterlijk op 31 december van elk jaar daarna, niet meer bedraagt dan 40 lichtgewicht plastic draagtassen per persoon, of het equivalente streefdoel in gewicht.

  1. Bij de maatregelen die de lidstaten moeten nemen om de in lid 1 genoemde doelstelling te verwezenlijken, wordt rekening gehouden met de milieueffecten van lichtgewicht plastic draagtassen wanneer deze worden vervaardigd, gerecycled of verwijderd, en met hun composteringseigenschappen, duurzaamheid of specifieke beoogde gebruik. Dergelijke maatregelen kunnen, in afwijking van artikel 4 (free movement) , marketingbeperkingen omvatten, op voorwaarde dat deze evenredig en niet-discriminerend zijn.
  2. Naast de maatregelen uit de leden 1 en 2 hierboven kunnen de lidstaten maatregelen nemen, zoals economische instrumenten, en nationale reductiedoelstellingen, met betrekking tot alle soorten plastic draagtassen, ongeacht hun wanddikte, in overeenstemming met de verplichtingen voortvloeiende uit het Verdrag.
  3. De lidstaten kunnen zeer lichte plastic draagtassen, die nodig zijn voor hygiënische doeleinden of die worden aangeboden als verkoopverpakking voor losse levensmiddelen om voedselverspilling te voorkomen, uitsluiten van de verplichtingen van lid 1.

4a. Uiterlijk [7 jaar na de inwerkingtreding van deze verordening] stelt de Commissie een rapport op over andere verpakkingsmaterialen dan die genoemd in de leden 1 en 2, die waarschijnlijk een schadelijker effect op het milieu zullen hebben, en dient zij, indien nodig, een wetgevingsvoorstel met reductiedoelstellingen en maatregelen om deze doelstellingen te verwezenlijken.

 

 

 

Artikel delen