Een recent gepubliceerde studie in Packaging Technology and Science introduceert een methodische aanpak om eerlijke vergelijkingen te maken tussen herbruikbare en eenmalige verpakkingssystemen. De auteurs, Mieke van den Berg (The LCA Centre) en Roland ten Klooster (Universiteit Twente), constateren dat bestaande levenscyclusanalyses (LCA’s) vaak tekortschieten doordat ze cruciale systeemvariabelen bij hergebruik niet meenemen.
De studie formuleert een reeks parameters die bepalend zijn voor de milieu-impact van herbruikbare verpakkingen, waaronder poolgrootte, verliespercentages, retourpercentages, transportafstanden, en de rol van vaste factoren zoals wasprocessen en extra eenmalige componenten (bijvoorbeeld labels of doppen). De auteurs tonen met drie praktijkcases (emmers, bloemenboxen en hervulbare glazen flessen) hoe deze factoren geïntegreerd kunnen worden in rekeneenheden, met als doel het vaststellen van het ‘break-even’-punt ten opzichte van eenmalige alternatieven.
LCA-vergelijkingen schetsen vaak statisch beeld
Een van de kernbevindingen is dat veel LCA-vergelijkingen een statisch beeld schetsen van hergebruikssystemen, terwijl in werkelijkheid aspecten zoals verliezen, aanvulling van het verpakkingsbestand, en ontwerpkeuzes een dynamische invloed hebben. Zo kan een ogenschijnlijk duurzame herbruikbare oplossing bij hoge verliespercentages alsnog slechter presteren dan een efficiënte eenmalige variant. De studie laat onder andere zien dat bij een glazen herbruikbare fles een gewichtsreductie van 52% resulteert in een 30% lagere impact per rotatie, zonder dat dit automatisch leidt tot een gunstiger totaalresultaat, afhankelijk van andere systeemvariabelen.
Aanvullende berekeningen
De auteurs pleiten ervoor dat deze aanvullende berekeningen, die vaak buiten standaard LCA-software vallen, structureel worden meegenomen bij vergelijkingen. Dit zou moeten bijdragen aan meer transparantie en reproduceerbaarheid in milieuclaims binnen de verpakkingssector.