In 2023 werd naar eigen zeggen bijna driekwart van de plastic flessen ingezameld, vooral via statiegeld. De lat ligt op 90 procent. Tegelijk klinkt bij supermarkten en gemeenten de klacht dat automaten geregeld uitvallen en dat wachtrijen consumenten ontmoedigen. Het publieke beeld is daardoor diffuus: de ene gebruiker spreekt over storingen en afwijzingen van verpakkingen, de andere meldt dat inname bij de eigen supermarktketens zonder problemen verloopt.
Wat consumenten ervaren
Reacties van reizigers en stedelingen wijzen op een praktisch knelpunt: onderweg ontbreekt het vaak aan laagdrempelige inlevermogelijkheden. Stations, evenemententerreinen en drukke uitgaansstraten worden geregeld genoemd als plekken waar men wel koopt maar niet kan inleveren. ‘Zo’n plakkerig blikje in mijn tas vind ik niet oké’, schrijft een forens, die pleit voor inname direct op locaties waar geconsumeerd wordt.
Tegenover die vraag om meer punten staat ook gedrag. Een deel van de reacties noemt ‘mentaliteit’ als factor: als de prullenbak dichterbij is dan de automaat, verdwijnt het statiegeldverpakking alsnog bij het restafval. Anderen wijzen op ongewenste neveneffecten: opengetrokken afvalbakken door mensen die op statiegeld jagen en overlast in parken en winkelstraten.
Mogelijke routes vooruit
Verschillende oplossingsrichtingen keren terug. Meer en robuustere innamepunten buiten supermarkten is er één. Daarbij wordt gewezen op voorbeelden uit Duitsland en Scandinavië, waar inname op stations en in drukkere straten gebruikelijk is. Ook worden ‘bulk’-automaten genoemd: apparaten die hele zakken accepteren in plaats van individuele items, wat wachtrijen kan verminderen en ‘plakkerigheid’ beperkt.
Een tweede spoor is digitalisering. Voorstellen variëren van QR- of app-gekoppelde teruggave tot automatische verrekening met een klanten- of bankaccount. Voorstanders verwachten minder fraude en drempels; tegenstanders vrezen uitsluiting van mensen zonder accounts of smartphones. De vraag blijft of digitale afhandeling het kernprobleem – de fysieke afstand tot een innamepunt – voldoende adresseert.
Over het verhogen van het statiegeldbedrag lopen de meningen uiteen. ‘Bij 2 euro gooi je het niet weg’, stelt de één. Een ander betoogt dat reizigers en festivalbezoekers kleine verpakkingen toch direct kwijt willen, ongeacht het bedrag. Ook het idee dat nascheiding bij afvalverwerkers ‘vroeger prima werkte’ duikt op, tegenover het beleidsuitgangspunt dat broninzameling schonere en beter recyclebare stromen oplevert.
Transparantie en geldstromen
Los van de operationele verbeteringen klinkt een vraag om financiële helderheid. In een recente bijdrage vraagt Michaël Nieuwesteeg (NVC) hoe de door Verpact aangekondigde investeringen zich verhouden tot de inkomstenstroom uit heffingen op verpakkingen. Zijn rekenvoorbeeld voor plastic suggereert een substantiële instroom, met daartegenover een investeringsbedrag dat nadere toelichting vraagt. Verpact heeft aangekondigd zijn resultaten en plannen te zullen toelichten; het bedrijfsleven en maatschappelijke partijen wachten op die onderbouwing.
Wat betekent dit voor de sector
Voor producenten en retailers ligt de korte termijn vooral in uitvoering: storingsvrije automaten, meer innameplekken op logische gebruikslocaties en heldere consumenteninformatie over wat wél en niet geaccepteerd wordt (etiketten, ingedeukte flessen, combinaties met drankverpakkingen uit het buitenland). Gemeenten en vervoerders spelen een rol bij ruimtelijke inpassing op stations, bij scholen en in uitgaansgebieden.
Intussen blijft de beleidslijn gericht op het halen van 90 procent inzameling. Als het bijsturen via prikkels of tariefwijzigingen aan de orde komt, vraagt dat om impactinschattingen: op gedrag van reizigers, op operationele kosten, en op mogelijke verschuivingen naar alternatieve verpakkingen. De discussie over de hoogte van het statiegeld en de wijze van uitbetaling zal daarmee niet alleen technisch, maar ook maatschappelijk geladen blijven.
De kern is praktisch: maak inleveren onderweg eenvoudiger en betrouwbaarder, borg transparantie over middelen en resultaten, en houd het uiteindelijke doel in beeld: minder zwerfafval en hoogwaardigere recyclingstromen.