Sustainable Packaging Summit geeft overzicht van mondiale regels
Tijdens de Sustainable Packaging Summit 2025 in Utrecht werd ook aandacht besteed aan de ontwikkeling van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (EPR) buiten Europa? Moderator Cory Connors ging daarover in gesprek met Filipe Vieira de Castro (CircPack by Veolia), Renata Daudt (AWEN Packaging Consulting), Kellie Northwood (Visual Media Association) en Fengkai Wang (Mengniu Dairy).
Om de zaal wakker te schudden startte Vieira de Castro met een Slido-quiz: hoeveel EPR-regimes bestaan er buiten Europa, inclusief staten en provincies? De meerderheid koos ‘meer dan 40’. ‘Dat is correct’, reageerde hij. ‘EPR is van een typisch Europees instrument uitgegroeid tot een wereldwijd systeem. De vraag is niet meer óf landen meedoen, maar hoe.’
Noord-Amerika
Voor Noord-Amerika schetste Vieira de Castro een scherp contrast. Canada heeft in vrijwel alle grote provincies EPR-systemen die grotendeels door producenten worden gefinancierd. ‘Ze laten de kern van effectieve EPR zien: duidelijke verantwoordelijkheid, controleerbare data en transparante tarieven’, lichtte hij toe. De belangrijkste opgave is verdere afstemming tussen provincies, zodat administratieve lasten beperkt blijven.
In de Verenigde Staten staat EPR nog in de wetgevingsfase. Enkele staten, zoals Californië, lopen voorop, maar hanteren eigen modellen en tarieven. ‘Voor een markt die gewend is met één verpakking het hele land te bedienen, is dat behoorlijk ontwrichtend’, aldus Vieira de Castro. Doordat nationale kaders ontbreken, vervullen grote merken en retailers een harmoniserende rol met eigen ontwerprichtlijnen en recyclestandaarden.

Latijns-Amerika
Renata Daudt richtte de blik op Latijns-Amerika. Chili heeft sinds 2023 een verplicht EPR-systeem dat sterk op de Europese aanpak lijkt. Brazilië, grootste kunststofproducent van de regio, heeft ambitieuze doelen aangekondigd voor hogere recycling en meer gerecyclede content, maar de uitwerking is nog in ontwikkeling.
Volgens Daudt is het onmogelijk het beleid los te zien van de sociale realiteit. In veel steden zijn de “waste pickers” cruciaal voor inzameling en sortering. ‘Door hun werk wordt bijvoorbeeld het overgrote deel van de aluminium verpakkingen gerecycled’, zei ze. ‘Als je een Europees model kopieert zonder deze groep mee te nemen, verlies je banen én prestaties.’ Hergebruik van verpakkingen is er vaak uit economische noodzaak: kostbare kratten en dozen blijven lang in omloop omdat ze te waardevol zijn om weg te gooien.
Afrika en Midden-Oosten
Ook in Afrika speelt de informele sector een hoofdrol, vertelde Vieira de Castro. Slechts enkele landen, zoals Zuid-Afrika en Israël, hebben volledig uitgewerkte EPR-regelingen. In veel andere landen draaien inzameling en handel in secundaire grondstoffen op losse netwerken. ‘Recycling wordt soms letterlijk via WhatsApp georganiseerd’, zei hij. Waardevolle materialen vinden zo hun weg; laagwaardige kunststoffen lekken vaak weg naar het milieu.
Zuid-Afrika vormt een uitzondering: daar hebben producenten al vroeg een eigen systeem opgezet om grondstoffen in het land te houden, met expliciete integratie van informele verzamelaars. Elders zijn eerst plastic bans ingevoerd, bijvoorbeeld in Kenia. ‘Zo’n verbod creëert draagvlak, maar bouwt nog geen infrastructuur’, waarschuwde hij. EPR wordt nu vooral gezien als middel om stabiele financiering voor die infrastructuur te organiseren. In de Golfstaten ligt de nadruk juist op top-down plannen en investeringen; beleid is aanwezig, maar recyclingcapaciteit staat nog aan het begin.
Australië en Nieuw-Zeeland
Kellie Northwood schetste een minder gestructureerd beeld voor Australië en Nieuw-Zeeland. In Australië is het nationale EPR-kader nog niet uitgekristalliseerd; consultaties stoppen en starten, en federale regels botsen soms met deelstatelijke. ‘We kunnen het maar niet harmoniseren’, zei ze. ‘Mijn leden zijn vooral verward over wat nu precies van hen verwacht wordt.’ Daardoor nemen brancheorganisaties meer initiatief om met eigen voorstellen te komen.
Nieuw-Zeeland kiest een andere route en laat sectororganisaties per materiaalsoort plannen uitwerken richting overheid. Volgens Northwood leidt dat tot een gerichtere aanpak. Een belangrijk discussiepunt in haar regio is gerecyclede vezel: een harde eis van 100% gerecycled vezelgehalte zou de lokale papier- en kartoncapaciteit onder druk zetten. Ook wees ze op beperkingen van bestaande recyclingslogo’s en ontwerptools, die volgens haar soms tot minder duurzame oplossingen leiden wanneer ontwerpers het systeem proberen te ‘bespelen’ om een gunstig label te krijgen.

China
Fengkai Wang gaf een inkijkje in China, waar de kunststofproductie enorm is en de recycling rond een derde ligt. ‘Er is nog veel ruimte voor verbetering’, concludeerde hij. De overheid werkt al sinds de jaren negentig aan regelgeving en heeft de laatste jaren een meer samenhangend systeem voor plasticbeheer, ontwerpstandaarden en traceerbaarheid opgebouwd. Single-use plastics, e-commerce-verpakkingen en oververpakking krijgen daarbij extra aandacht.
China kent momenteel één formeel EPR-systeem voor verpakkingen, gericht op drankenkartons. De verantwoordelijkheid ligt vooral bij de kartonproducenten, en de eerste ervaringen zijn volgens Wang positief. Tegelijk is prijsbewustzijn van consumenten een rem op de markt voor duurzame verpakkingen. Veel gerecyclede PET wordt bovendien in andere sectoren, zoals textiel, toegepast, waardoor de druk op ‘bottle-to-bottle’-recycling beperkt blijft.
Technisch ontwikkelt China snel alternatieven binnen de bekende ‘4R1D’-benadering (reduce, recycle, reuse, renew, degrade). Wang noemde voorbeelden als materiaalreductie in ontwerpen, mono-materialen voor flexibele verpakkingen en bio-based of papiergebaseerde oplossingen. Zijn eigen bedrijf introduceerde bijvoorbeeld een afbreekbaar rietje, volledig bio-gebaseerd en volgens hem ‘met een betere gebruikservaring dan papier- of PLA-rietjes’.
Europa als referentie
In de slotdiscussie kwam de invloed van Europese regelgeving, in het bijzonder de PPWR, nadrukkelijk aan bod. Veel landen en bedrijven buiten de EU zien de verordening als referentie, maar worstelen met de praktische vertaling. ‘Stel je voor dat je de regels alleen via ‘tweedehands informatie’ en in een andere taal binnenkrijgt’, merkte Vieira de Castro op. Vooral eisen aan gerecyclede content en de certificering daarvan zijn volgens Daudt een knelpunt voor exporterende bedrijven.
De panelleden waren het erover eens dat Europese kaders richting geven, maar geen blauwdruk zijn. Nationale systemen zullen verschillen, juist omdat factoren als cultuur, informele arbeid en infrastructuur sterk uiteenlopen. Tegelijk zien ze duidelijke rode draden: traceerbare gerecyclede content, erkenning van de informele sector en het belang van geharmoniseerde definities. Wang sloot af met een citaat van een Chinese schrijver: ‘Er was niet eerst een pad. Door te lopen, ontstaat het pad.’ Volgens het panel geldt dat net zo voor de mondiale EPR-ontwikkeling.
Meer artikelen
Gerelateerde artikelen
Biobased hotmelt van Kiilto geschikt voor gerecyclede verpakkingen
Kiilto heeft een nieuwe hotmelt geïntroduceerd die volgens het bedrijf vrijwel volledig biobased is...
Single market(s) for recycling: van ambities naar uitvoerbaarheid
Op de Sustainable Packaging Summit in november stond het panel ‘Single Market(s) for Recycling’ in...
VM nieuwsbrief
- Blijf op de hoogte met het laatste nieuws uit de verpakkingsindustrie
- Techniek, duurzaamheid, design en meer
- Gratis in jouw inbox