Door Jeroen Verbrugge, managing director en creative director bij FLEX/design.
Alweer meer dan 20 jaar geleden stelde managementgoeroe Peter Drucker: “Innovate or Die.” Het was zijn bedoeling om de gevestigde orde wakker te schudden om altijd alert te zijn en te blijven innoveren. Ook op momenten dat het misschien minder noodzakelijk leek.
Inmiddels is de noodzaak van voortdurende innovatie bij de meeste ondernemingen volledig geland en geaccepteerd. Dat geldt zeker ook voor de verpakkingsindustrie. Werden innovaties in de tijd van Drucker binnen ondernemingen vooral 'klassiek' georganiseerd, de laatste jaren wordt ook steeds meer de kracht van innovaties door start-ups erkend. De waarde van start-ups is de vrijheid die ze hebben om innovaties tot volle bloei te laten komen en om echte doorbraken te realiseren.
Start-up na een carrière bij gevestigde ondernemingen
In een zogenaamd ‘green-field’ zijn deze ondernemers niet gehinderd door de gevestigde routines die vaak bestaan binnen bestaande ondernemingen. Op dit moment kent ook de verpakkingssector meerdere van deze start-ups. Velen daarvan hebben duurzaamheid als ‘leidmotief’, zoals Seepje, Vegetarische Slager, Pieter Pot en Marcel’s Greensoap en vele anderen. Sommige ondernemers zijn hun start-ups gestart na een carrière bij gevestigde ondernemingen. Deze ‘intrapeneurs’ vonden bij hun voormalig werkgever onvoldoende ruimte en hebben zich met hun ideeën losgemaakt om hun eigen kansen te wagen. Dat dit succesvol kan zijn bewijzen bovengenoemde ondernemingen. Zij allen hebben de gevestigde orde zeker opgeschud.
'Bepaal in het begin of je een corporatie start-up laat doorgroeien of vroegtijdig opneemt'
Corporate start-ups als oplossing
Om als onderneming toch te kunnen profiteren van start-ups en als oplossing voor het weglopen van deze ‘intrapeneurs’ zijn de zogenaamde corporate start-ups ontstaan. Geplaatst buiten de reguliere organisatie, met strakke budgetten en planningen, proberen deze bedrijven de potentie van start-ups te behouden en op termijn er zelf de vruchten van te plukken.
Tot zover gaat het veelal goed. Maar hoe worden deze corporate start-ups uiteindelijk ‘geadopteerd’ door het moederconcern? Laat je startende ondernemingen eerst doorgroeien, zodat zij redelijk zelfstandig kunnen opereren en sterk genoeg zijn om na adoptie niet weggedrukt te worden? Of wordt de corporate start-up als een soort ‘haalbaarheidsstudie’ gezien en worden ze snel en vroegtijdig opgenomen. Ik heb hiervoor natuurlijk geen panklaar antwoord. Ik stel wel vast dat deze vraag eigenlijk al bij het lanceren van een corporate start-up moet worden beantwoord. Wanneer dit niet wordt gedaan is de kans te groot dat de waardevolle innovaties van corporate start-ups ‘sterven’ in de kleilagen van de onderneming, zoals de voormalig topman Cor Boonstra van Philips het ooit noemde. En daar was het natuurlijk niet om te doen.
Artikel delen
VM Nieuwsbrief
Blijf op de hoogte met het laatste nieuws uit de verpakkende industrie
